Leiden ontwikkelde zich in de middeleeuwen tot de belangrijkste stad van Holland. Het was niet alleen het centrum van de streek: haar wolnijverheid was van internationale betekenis.
Tussen burcht en grafelijk hof ontwikkelde zich een marktplaatsje, Leiden. De nederzetting lag aan een knooppunt van waterwegen. Rond 1200 kreeg Leiden stadsrechten. In deze tijd werd ook de eerste verdedigingsgracht gegraven, het Rapenburg/Steenschuur. De eerste stadsmuur verrees pas in 1335.
Stadswapen
Inwoners van Leiden mochten de grafelijke kapel gebruiken als parochiekerk (Pieterskerk). Het Leidse stadswapen verwijst hiernaar; afgebeeld zijn de sleutels van de heilige Petrus, bewaker van de hemelpoort.
Lakennijverheid
De stad groeide gestaag. Ondanks verschillende pestepidemieën bleef de bevolking toenemen.