De ernstige cholera-epidemieën van 1832 en 1866 (met resp. 484 en 822 dodelijke slachtoffers) veroorzaakten een grote schok. Daardoor kwamen kwesties als volksgezondheid en hygiëne opnieuw op de politieke agenda.
Hervormingen kwamen echter slechts langzaam tot stand. De discussie over een nieuw adequaat stadsziekenhuis ter vervanging van het Caeciliagasthuis en het universitaire Nosocomium Academium (Oude Vest 35) sleepte tientallen jaren voort. Pas na de epidemie van 1866 kwam het tot de bouw van een nieuw academisch ziekenhuis aan de Morssingel (het huidige Museum voor Volkenkunde).
Arbeiderswoningen
De erbarmelijke leefomstandigheden speelden een grote rol bij het uitbreken van besmettelijke ziekten. De meeste mensen leefden in krotten zonder schoon water in een door stoomfabrieken vervuilde stad. Een eerste initiatief om wat aan de woonomstandigheden te doen was de bouw van arbeiderswoningen door de Maatschappij van Weldadigheid in 1835.