De Lakenhal is een prachtig door Arent van 's Gravesande ontworpen stadspaleis aan de Oude Singel. Het herinnert Leiden aan de unieke bloei van de wolnijverheid in de 17e eeuw.
Vlaamse en Waalse immigranten introduceerden nieuwe wollen stoffen in de lakennering in Leiden, zoals saai, grein, baai en fustein. Elke stof kende zijn eigen nering of productieorganisatie, ieder met een eigen bestuur en een eigen hal in de stad. Aan het begin van de 17e eeuw kende Leiden negen neringen. Oorspronkelijk was de saainering de motor van het Leids herstel. In de loop van de 17e eeuw werd de lakennijverheid weer het belangrijkst. Dat resulteerde in het bouwen van de nieuwe Lakenhal in 1640. Leiden was het grootste textielcentrum van Europa en Leidse producten vonden wereldwijd aftrek.
Leidse Wevershuisjes
Tienduizenden mannen, vrouwen en kinderen werkten thuis voor de rijke textielhandelaren, ook wel reders genoemd. Vrouwen en kinderen kamden wol, sponnen garen etc. In de wevershuisjes zaten mannen achter het weefgetouw.