Een fortachtig complex bij het stadhuis in de Breestraat, de Arminiaanse Schans, vormde in oktober 1617 het middelpunt van de twisten tussen meer gematigde en strenge calvinisten, respectievelijk rekkelijken en preciezen genoemd.
Er waren al langer meningsverschillen tussen het rekkelijke stadsbestuur en de precieze kerkbestuurders en predikanten. De godsdiensttwisten kregen in 1604 een nieuwe impuls met de universitaire aanstelling van de theologen Arminius en Gomarus. Onderwerp van hun debat: de predestinatie, oftewel: is ons lot door God al bepaald? Arminius was de woordvoerder van de gematigde, meer tolerante rekkelijken, ook wel Remonstranten genoemd. De Vlaming Gomarus vertegenwoordigde rechtlijnige preciezen of Contraremonstranten.
Strijd tussen Rekkelijken en Preciezen
De godsdienstdisputen mengden zich al snel met de sociale en politieke tegenstellingen. De Hollandse regenten, waaronder het Leidse stadsbestuur, waren meest rekkelijk. De preciezen hadden veel aanhang onder de ambachtslieden.