De komst van tienduizenden vluchtelingen deed Leiden groeien en opnieuw bloeien. Als gevolg van de voortdurende oorlog in de Zuidelijke Nederlanden ontvluchtten grote groepen calvinistische textielwerkers de textielcentra in Vlaanderen, Artois en de omgeving van Luik.
In 1577 kwam een eerste groep naar Leiden, spoedig gevolgd door vele andere Vlamingen en Walen. Zij brachten nieuwe wolproducten mee, nieuwe technieken, geld en veel arbeidskracht voor de ingezakte wolindustrie. De gevelsteen Int la(n)t van belofte op de hoek van de Beestenmarkt en Nieuwe Beestenmarkt drukt uit dat voor deze zuidelijke vluchtelingen Leiden het land van belofte was. Tegelijkertijd betekende de nieuwe, in 1611 gebouwde stadswijk voor het stadsbestuur een belofte van herstelde voorspoed.
Walen en Duitsers
Deze stadsuitbreiding (Noordvest rond de Langegracht en Oude Mors) werd overigens al snel Walenwijk genoemd vanwege de vele Franstaligen.